Laurus nobilis (Keukenlaurier, Echte laurier)

De edele laurier (Laurus nobilis), is oorspronkelijk afkomstig uit het Midden-Oosten, het huidige Iran en Irak. Voor de oude Grieken was de plant het symbool van wijsheid en glorie, en in de Romeinse tijd van overwinning. Hij wordt tegenwoordig aangetroffen in alle landen rond de Middellandse Zee, waar het bomen van circa 12 meter hoog kunnen worden.

De plant is wintergroen, maar in onze streken niet winterhard. Laurier is tweehuizig, mannelijke en vrouwelijke bloemen bevinden zich aan verschillende planten. Het blad is aromatisch en wordt onder meer gebruikt als keukenkruid. Daarnaast is het een decoratieve kuipplant, die goed snoei verdraagt en zich laat leiden. Vandaar dat er ook kegels, bollen en gedraaide vormen van gekweekt worden.

Specificaties

Plantgroep:               

Bloeikleur:                 

Standplaats:               Volle zon

Familie:                       

Bladkleur:                   Groen

Bloeitijd:                     

Wintergroen:              Ja

Planthoogte:            

Grondsoort:               De plant staat graag in een  bijvoorbeeld normale potgrond waar wat klei of leem doorheen gemengd is, samen met een startbemesting van verteerde stalmest. Onder in de pot kan een flinke laag

                                     aangebracht worden van scherven, grind of kleikorrels, om te zorgen voor een goede drainage.

In de tuin sinds         2020

Onderhoud

Half mei, zodra de grootste kans op nachtvorst over is, kan de laurier naar buiten. Hij heeft daar het liefst een plek in de volle zon, waar hij dagelijks wat water wil. Tijdens het groeiseizoen kan af en toe bijgemest worden met een traag werkende organische mest of osmocote-pillen.

De plant staat graag in een  bijvoorbeeld normale potgrond waar wat klei of leem doorheen gemengd is, samen met een startbemesting van verteerde stalmest. Onder in de pot kan een flinke laag aangebracht worden van scherven, grind of kleikorrels, om te zorgen voor een goede drainage. Zodra er kans op nachtvorst ontstaat, half november, moet de plant binnen gezet worden, waar hij op een koele plaats (bij ongeveer 5 graden Celsius) kan overwinteren. De luchtvochtigheid moet laag zijn (goed ventileren) en hij kan vrij donker staan. Tijdens de rustperiode hoeft maar weinig water gegeven te worden, maar de kluit mag niet uitdrogen.

De laurier wil eigenlijk liever niet te vaak verpot te worden, bijvoorbeeld om de 3 of 5 jaar. Het verpotten gebeurt bij voorkeur in februari of maart, vlak voordat de groei weer begint. Hij wordt dan in een iets grotere pot gezet, zodat de wortels niet beschadigd hoeven te raken. Snoeien gebeurt ook het best tijdens de rustperiode. Hierbij worden de takken met een snoeischaar in vorm geknipt, zonder het blad te beschadigen. Ook sterke snoei wordt door de laurier goed verdragen.

Een oudere laurier kan in soms in de volle grond buiten overwinteren, maar alleen als hij heel beschut staat, bijvoorbeeld aan de kust of in een besloten stadstuin. Vorst tot circa -10 graden Celsius kan bij droog weer en met een vrij droge kluit doorstaan worden. Bij strenge vorst kunnen de planten echter veel te leiden hebben, of alsnog helemaal bevriezen.